Wij gebruiken ze zo veel. Bijna onze gehele communicatie draait om de verbale uitdrukkingsvaardigheid van mensen. Wij gebruiken woorden om te vertellen wat andere moeten doen. Wij gebruiken ze om een vraag te stellen. En wij gebruiken ze om uit te leggen waarom iemand het “goed” of “fout” doet. Onze woorden en de intonatie daarvan kunnen iemand een goed gevoel geven of ongemerkt kunnen wij iemand de verkeerde indruk geven.
Wij kunnen niet wachten tot onze kinderen met ons kunnen communiceren en wij leren ze dan ook woorden te gebruiken. Onze verwachting is echter vaak dat onze kinderen de woorden meteen zo goed kunnen gebruiken als volwassenen.
Wat wij vaak vergeten is dat woorden ook eng kunnen zijn. Uitspreken wat we voelen en wat we denken maakt kwetsbaar. Ze geven waarde en echtheid aan ons gevoel. Het maakt tevens dat een ander hierop kan reageren en onze gevoelens en kwetsbaarheden niet op waarde weet te schatten.
Voor een kind die zijn woorden gebruikt in de eerlijkheid van het kind zijn, is het vaak heel lastig om de woorden zo te gebruiken dat volwassenen snappen wat er in het hoofd omgaat. De rauwe emoties kunnen de kinderen remmen in hun woorden of ze hebben de woorden nog niet om gaan te geven wat er werkelijk aan de hand is. Hoofd en woorden kloppen vaak niet bij elkaar.
Het is aan ons om alle woorden te wegen en te waarderen. Het is aan ons om met onze woorden de kinderen handvaten te geven om hun emoties en eerlijkheid te delen. Zonder met onze woorden de echtheid en kwetsbaarheid teniet te doen.